Ik heb voor het boek gekozen Please Come to the Show, uitgegeven door David Senior. Hij verzameld in dit boek een grote verscheidenheid aan uitnodigingen, flyers en affiches voor tentoonstellingen vanaf de jaren 60 tot heden. Volgens hem hebben deze in het verleden te weinig aandacht gehad ondanks ze een essentieel onderdeel waren van de tentoonstellingen. Drukwerk voor tentoonstellingen waren vaak het eerste contactpunt tussen publiek en kunstenaar - het is een belangrijk instrument voor grafische ontwerpers, curatoren, kunsthistorici, etc. David Senior is de bibliograaf van MoMA in New York, hij beheert de ontwikkeling van de bibliotheekcollectie en de selectie van materialen voor de collectie kunstenaarsboeken van de bibliotheek. Senior heeft veel lezingen gegeven over de geschiedenis van kunstenaarspublicaties en manieren om avant-garde kunst en ontwerp-activiteiten van de 20ste eeuw te archiveren. De selectie verkent als groep de verschillende, verrassende manieren waarop we zijn uitgenodigd om kunst te ervaren, vanaf het begin van de jaren zestig tot nu. In de grote collectie in het MoMA is hij op zoek gegaan naar uitnodigen en flyers. Op onverwachte plaatsen in de collectie hebben ze ontdekkingen gevonden.
Het boek omvat essays van Gustave Grandal Montero, Will Holder, Antony Hudek, Angie Keefer, Clive Phillpot, Suzanne Stanton en David Senior zelf. Daarbij bevat het collecties gevormd door vele onafhankelijke kunstenaars o.a. Martha Wilson, Lucy Lippard, Barbara Moore en Mimi Smith. Vele voorbeelden uit de jaren 70 en 80 bevatten materiaal uit het Franklin Furnace Archive en het Political Art Documentation and Distribution Archive. De twee archieven samen met het materiaal uit de MoMA bibliotheek vormen een levendig beeld van de kunstgemeenschap in New York en andere internationale activiteiten.
Wat mij inspireert is hoe hij onze verschuiving naar online communicatie bespreekt, en hoe dit recent drukwerk beïnvloed. Recent drukwerk is gekenmerkt door een hardnekkigheid van innovatieve gedrukte uitnodigingen, in context van deze verschuiving naar een digitalere wereld. Daarbij bespreekt hij het verschil tussen een advertentie (voor een show, etc.) en een aankondiging. In tegenstelling tot een advertentie, kan een aankondiging ook ‘een gids zijn voor wat er te zien is’, of het begin van wat je zal zien. Een aankondiging loopt voorop een hoofdevenement, maar het komt uit eenzelfde bron. Het maakt deel uit van het geheel. Tenzij het gewoon een advertentie is. Het kunnen werken en/of operatieve elementen zijn van een groter werk, uitgebreide kunsthistorische gegevens over een gebeurtenis, maar ook vreemde zaken binnen de handeling van het uitnodigen of aankondigen. Hij zet mensen aan tot het nadenken over de verschillende vormen die de gedrukte uitnodiging heeft aangenomen in de hedendaagse kunstpraktijk. Dit omdat bibliotheken en archieven werken aan het verzamelen van digitale inhoud en galerijen en musea hun gedrukte uitnodigingen schrappen. Het inspireert mij zelf ook minder digitaal te werk te gaan en meer naar manuele opties te grijpen. Het boek heeft mij aangezet meer met handgeschreven tekst aan het werk te gaan aangezien hij bespreekt hoe handschriften een extra dimensie en relatie ondergaan met het materiaal/medium. Bovendien bracht het mij een bredere kijk op de verschillende medium die beschikbaar zijn om iets vorm te geven. De werken omvatten verschillende media van postcards tot mail art. Elk beeld op zich is een direct inspiratie voor mijn werk
.
Opmerkingen